Gerrit Guldenaar in dienst van de VOC

In mei 1742 vertrok Gerrit Guldenaar, hij was toen 16 jaar oud, met het VOC-schip Beukesteijn richting Kaap de Goede Hoop. In het Scheepssoldijregister wordt vermeld dat zijn schuld aan het Aalmoezeniersweeshuis was voldaan.

Gerrit was een hooploper aan boord van het schip Beukesteijn. Een hooploper was een hulpje voor de matrozen. Het schip kwam echter aan op een verkeerde baai. Op 15 juli 1746 keerde het schip Kleverskerke met Gerrit Guldenaar aan boord terug naar Nederland waar het op 5 november 1746 aankomt. Op 19 december 1746 wordt nog 32 gulden aan hem betaald."Op dato aan hemzelven betaalt in voldoening van 2 stux copia reecquening onder borgtocht van Albert Besseling Commeneysman in de Lange Houtstraat in Amsterdam die aanneemt de comparant te indemneren, renuncierende de beneficien ordinis excussionis, het effect verstaande 't oirconde getekent" Het betreft een voorschot van 32 gulden op toekomstig loon. Hiervoor was een borgstelling nodig. De bepaling beneficien ordinis excussionis houdt in dat de borg afstand doet van het recht dat de schuldeiser (VOC) eerst de bezittingen van de schuldenaar (Gerrit) zou moeten uitwinnen voordat de borg (Albert Besseling) kon worden aangesproken. Deze Albert Besseling was een Commeneyn, een winkelier in etenswaar en huishoudelijke artikelen; vermoedelijk de broer van Gerrit's moeder Anna Maria Besseling.

Op 2 mei 1747 vertrok Gerrit opnieuw, nu als matroos aan boord van het VOC schip Kasteel van Tilburg vanuit Texel naar Azië . Schipper was Abraham Zwart. Op 22 augustus 1747 kwam het schip aan bij Kaap de Goede Hoop en het vertrok op 12 september 1747 richting Batavia. Op 2 december 1747 bereikte het schip Batavia.

Meerdere naamgenoten van Gerrit Guldenaar vertrokken met VOC-schepen naar Indië:

• Christoffel Guldenaar, de broer van Gerrit Guldenaar vertrok met het schip “Watervliet” als hooploper op 27 december 1738. Hij overleed in Indië op 6 november 1740.

• Soldaat August Ernst Guldenaar uit Borgoldhoussen vertrok in december 1784 met het schip Java. Hij overleed op 16 augustus 1786 in het Bataviaasch dorp “zonder goederen na te laten”.

• Christiaan Guldenaar uit Halle was oppermeerster medische zorg voer met de “Sparenrijk” op 2 juni 1755 naar Indië. Hij overleed op 29 november 1757 op Kaap de Goede Hoop.

• Frederik Guldenaar uit Berlijn ging op 21 april 1750 in dienst als soldaat. Met het schip Leiden ging hij naar Indië en overleed op 31 december 1751 op Kaap de Goede Hoop.

• Jacob Guldenaar, matroos, uit het graafschap Lip(pe) voer met het VOC schip “Liefde” op 3 juni 1708 uit. Op 10 april 1713 keerde bij met de “Barneveld” terug naar Amsterdam waar het schip aankwam op 19 augustus 1713. Daar ging Jacob uit dienst.

• Jan Hendrik Guldenaar, soldaat uit Hamburg vertrok met de “Wickenburg” op 28 oktober 1742. Hij keerde op 9 oktober 1751 terug.

In de index van het scheepssoldijregister van de vaart van de “Kasteel van Tilburg” naar Indië is Gerrit Guldenaar opgenomen onder nummer 95.

Uit de gegevens van deze index valt op te maken dat de bemanning bestond uit o.a. soldaten, matrozen, timmermannen, koksmaten, zeilmakers etc.




























2 December per de edele comparant 63 gulden op 7 m(aanden) f9 verdient van 2 meij dat uijt Texel uijt zeijlt tot heden dat ter reden Batavia de boeken sl(uiten) en op Loverendaal gaat

Na zijn aankomst verbleef Gerrit op verschillende plaatsen op Java: In Semarang in 1749, in Soerakarta in 1752 en Soerabaja. In deze periode werd de derde Javaanse Successieoorlog gevoerd. De VOC had omstreeks 1685 23 vestigingen in Azië en 11.500 man Europees personeel, de VOC was op het toppunt van haar macht. Vanaf 1704 werden drie Javaanse successieoorlogen gevoerd. Een koning kon onder islamitisch recht vier vrouwen hebben en daarnaast nog vele concubines. Daardoor waren er zo veel nakomelingen dat strijd om de opvolging onvermijdelijk was. Als de koning overleed kwam het hele systeem onder druk te staan. De derde Javaanse successieoorlog duurde van 1746 tot 1757. In 1750 deed mas Said een aanval op Surakarta waarbij hij de VOC grote verliezen toebracht. In het jaar daarop leden de troepen van de compagnie een nederlaag aan de rivier de Bagawanta.Bron: Koloniale oorlogen in Indonesië door Piet Hagen

Gerrit Guldenaar vertrok als matroos in dienst van de VOC naar Indië maar het is aannemelijk dat hij na zijn aankomst als soldaat was betrokken bij militaire acties. Hij ging op 5 juli 1765 uit dienst; hij werd eervol ontslagen. Hij overleed op 5 november 1779, 54 jaar oud, in Soerabaja. Na zijn overlijden werd “getesteerd” wat erop duidt dat een uitkering aan zijn nabestaande(n) (echtgenote) werd gedaan. Wie zijn echtgenote was en hoe het leven van hem in Indië is verlopen is onbekend. Wij vermoeden dat hij twee zonen, Gerrit(2) en Johan Frederik en een dochter Maria kreeg. Wij zullen naar verdere informatie blijven zoeken. Onze taxatie is dat de kinderen van Gerrit Guldenaar rond 1765 zijn geboren, het jaar waarin hun vader uit dienst van de VOC ging.

© Respecteer ons werk. Neem geen foto's en data over zonder toestemming te vragen en/of zonder de bron te vermelden©

Staan op deze site foto's of gegevens zonder de benodigde toestemming. Dat is niet de bedoeling. Laat het ons dan weten!