Gerrit Guldenaar vertrok in 1747 naar Indië. 200 jaar later keerden veel nazaten terug naar Nederland
De Birma-Siamspoorweg, ook wel Birmaspoorweg, met de bijnaam Dodenspoorlijn, is de spoorlijn tussen Nong Pladuk in Thailand (Siam) en Thanbyuzayat in Myanmar (Birma). Deze werd in de Tweede Wereldoorlog van 1942-1944 aangelegd in door Japan beheerst gebied. Thailand had in 1942 een militair bondgenootschap gesloten met Japan en Birma was een onderdeel van het Britse Rijk dat in 1942 werd veroverd door de Japanners.
De Japanners dwongen geallieerde krijgsgevangenen en dwangarbeiders dit werk te doen. Het werk aan de spoorlijn begon op 16 september 1942 en werd 16 maanden later voltooid, ondanks berekeningen van Japanse ingenieurs dat het minimaal 5 jaar zou duren om de 415 kilometer lange en 1 meter brede spoorlijn aan te leggen. Van de ongeveer 60.000 krijgsgevangenen die aan de Birma-spoorweg tewerk zijn gesteld zijn er ruim 15.000 omgekomen. Van de 17.000 Nederlanders bezweken er ruim 3000. Veruit het grootste aantal slachtoffers viel echter onder de Aziatische arbeiders. De bouw van de spoorlijn heeft vermoedelijk zo’n 200.000 mensenlevens gekost.
Familieleden die aan de Birmaspoorweg werkten
Adriaan Guldenaar geboren 16 sep 1902 Batavia
Richard Guldenaar, geboren 18 mrt 1911 Sigli,op 21 november 1943 in Kanchanaburi Thailand omgekomen. Hij is begraven op het Kanchanburi War Cemetery (Bron:Oorlogsgravenstichting)
Frans Joseph Beem, geboren 17 juni 1922 Semarang, zoon van Frans Joseph Beem Sr. en Wilhelmine Iolande Margariete Guldenaar. Kwam om op 29 september 1943 in Kuima Thailand. Hij is begraven op het Kanchanburi War Cemetery (Bron:Oorlogsgravenstichting)
Ferdinand Herbert Gramberg, geboren 15 juni 1914 in Soerabaja, was de zoon van Elvire Guldenaar en Jan Frederik Gramberg. Hij kwm om op 4 september 1943 in Chungkai. (Bron: Oorlogsgravenstichting)
De Pakan Baroe Spoorweg, ook wel Sumatra-spoorweg genoemd, was in de Tweede Wereldoorlog de ontbrekende schakel in de verbinding tussen West- en Oost-Sumatra. Vanaf de westkust was er een treinverbinding van Padang naar Moeara. Aan de oostkant was Pakan Baroe door de diepe Siakrivier en de Straat van Malakka over het water verbonden met Singapore. Aanleg van het ontbrekende tussenstuk dwars door het tropische oerwoud moest de Japanners een betrekkelijk veilige verbinding tussen oost- en westkust opleveren voor transport van troepen, wapentuig en kolen uit de mijnen van Sapoe en Karoe. Onder de meest barbaarse omstandigheden werd het monsterkarwei in de periode maart 1943 – augustus 1945 geklaard door Javaanse dwangarbeiders (romusha’s) en geallieerde (meest Nederlandse) krijgsgevangenen. De 220 km lange spoorweg kwam gereed op de dag van de Japanse capitulatie. Er heeft na september 1945 nooit meer een trein gereden en al niet lang daarna waren de meeste sporen van de spoorweg uitgewist. De aanleg van de spoorweg eiste direct of indirect ongeveer 82.500 mensenlevens. Vandaar dat deze spoorweg met recht ook een Dodenspoorweg wordt genoemd. Bron: Indisch Historisch.nl door H.C.P. Giesbers
Bron: 2/4th Machine Gun Battalion
Bij de aanleg van de Pakan Baroe Spoorweg is Frits Henri Leo Guldenaar, geboren op 9 juli 1909 in Toeban, op 25 maart 1945 in Pakan Baroe omgekomen. Hij is begraven op het Nederlands ereveld Leuwigajah te Cimahi. Bron: Oorlogsgravenstichting
Chariëtto Brinio Maria Armand (Brien) Robert was de zoon van Paul Armand Robert en van Louisa Elisabeth Guldenaar. Hij is op 10 april 1945 omgekomen in het Pakanbaroekamp 2 en hij is herbegraven op het Nederlands ereveld Menteng Pulo Jakarta.
Staan op deze site foto's of gegevens zonder de benodigde toestemming. Dat is niet de bedoeling. Laat het ons dan weten!